Zuiderhoofdstraat 115
1561AJ Krommenie
Rijksmonument nummer: 39965
Houten huis met bakstenen gepleisterde voorgevel onder een met de straat parallel gelegen zadeldak, dat links een afhuiving vormt boven de terugliggende ingang en een overhoeks venster. In het midden een dakkapel rijk versierd met snijwerk in Lodewijk XVI-stijl met in het timpaan een reliefvoorstelling van de papierhandel. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Aan het huis no. 115 met zijn mooie gevel, uitbeeldend de zeildoekrederij, zijn verschillende bouwdata toegeschreven.
In het boek “De geschiedenis van een Zaanse familie-onderneming”, geschreven door Klaas Woudt, wordt als bouwdatum vermeld het jaar 1702.
Het boek “Gebouwd in de Zaanstreek”, geschreven door S. de Jong en J. Schipper, vermeldt dat het huis is gebouwd in het tweede kwart van de achttiende eeuw.
Hier komt nu een derde visie bij.
We zullen de geschiedenis van dit huis met zijn eigenaars/bewoners volgen, samen met het pal daarnaast gelegen pand Zuiderhoofdstraat no. 93. Deze twee naast elkaar gelegen huizen, beide rijksmonumenten, zijn door de eeuwen heen veelal eigendom van één eigenaar geweest. Waarom ze momenteel zulke uiteenlopende huisnummers hebben is nog geen verklaring voor.
Hoewel de geschiedenis van huis no. 115 ouder kan zijn, beginnen we met het jaar 1648.
Het huis en erf, groot 63 roeden, thans Zuiderhoofdstraat 115 te Krommenie, is op 29 mei 1648 verkocht door Pieter Jansz. en consorten aan Adriaan Pietersz.,van beroep schuitvoeder, voor de som van 1315 guldens.[i] Een roede is plm 14 m2.
Aegte Pieters Claas, een weduwe laat haar sporen na.
We vervolgen dit verhaal met Aegte Pieters Claas.
Zij woont met haar man, Nanning Pietersz. en haar twee kinderen aan de Heiligeweg te Krommenie. In het jaar 1638 komt haar man te overlijden.[ii]
Aegte treedt voor de tweede keer in het huwelijk met de weduwnaar Jan Jacobsz. Lakeman, van beroep lakenkoper. Zij is gereformeerd en Jan is doopsgezind.
We lezen in het “Kerckenboek” van de Gereformeerde gemeente Krommenie het volgende:
“Den 16 april 1645 sijnde Paesdach is de tafel des Heren wederom bedient en Aeght Pieters, hertrouwt sijnde met een Libertijnse Mennist en daer omme het gehoor des Woords versuijmende, vermaent om haar wederom tot het gehoor te begeven en dewijl sij geen verteringe (beterschap) belooft is haar uijt de name des kerckenraets aengeseijt, dat sij haer van de tafel des Heeren sal onthouden, ter tijd dat sij beterschap betoont”.
Aegte Pieters Claas zal overgegaan zijn naar de Menniste (Doopsgezinde) gemeente.
Een Libertijn (in de 16e en 17e eeuw) was iemand die zich niet aan de gevestigde regels van geloof, in dit geval gereformeerd, wilde houden. Ook wel vrijdenker genoemd.
Jan Jacobsz. Lakeman overlijdt begin 1660. Op 24 februari van dat jaar wordt er scheiding en deling gemaakt van zijn nalatenschap.
Aegte Pieters Claas, voor de tweede maal weduwe geworden, heeft toch weer plannen voor de toekomst.
Op 26 maart 1660[iii] koopt zij van eerdergenoemde Adriaan Pietersz.(waarschijnlijk haar broer), een gedeelte van zijn erf.
Het erf van Adriaan Pietersz. is 63 roeden groot.
Aegte Pieters koopt hiervan een stuk van 19 roeden (maatboek 1665) gelegen aan de zuidkant, aan de straat 24 voeten breed en achter grenzend aan de Durgsloot, voor de som van 400 guldens.
Adriaan Pietersz. houdt dus zelf een stuk van 44 roeden. Het bestaande erf wordt dus in tweeën gedeeld. Op dit aangekochte stuk erf van 19 roeden laat Aegte Pieters in 1660 een nieuw huis bouwen.
We lezen in het Quohier van de Verpondinge der Nieuwe getimmerten of meerendeel vernieuwde huizen sedert den Jaere 1654 aengebouwt binnen de dorpe van Crommenije en Crommenijerdijk[iv]:
[i] ORA Krommenie, inv. 1397, folio 5 verso
[ii] ORA Krommenie, inv. 1485, weeskamer 1634 – 1648
[iii] ORA Krommenie, inv. 1399, folio 174
[iv] Krommenie oud archief 0035 inv. no. 285