Pakhuis De Grijze Olifant
Aan de Durgsloot achter het pand Zuiderhoofdstraat 137
Pakhuis De Grijze Olifant staat aan de Durgsloot achter het monumentale pand Zuiderhoofdstraat no.137 te Krommenie. Voorheen was de kruidenierszaak van P .H. Groot hier gevestigd.
De naamgeving van dit pakhuis heeft alles te maken met het vroegere naastgelegen pand nr. 135, dat op zondagmiddag 5 juli 1936 afbrandde. De oorzaak was kortsluiting tijdens het bereiden van ijs. Dit afgebrande pand was een koek- en banketbakkerij in eigendom van L.H. Halbesma was zeker 300 jaar oud. In dat zelfde jaar heeft Halbesma op dezelfde plaats een nieuw winkelhuis.met banketbakkerij laten bouwen (nu VBK, Verwarmingsbedrijf Krommenie).
We gaan even terug in de tijd. Het notulen en resolutieboek van Schout en Schepenen vermeldt op 14 maart 1739 een ‘Lijst van de koekebakkerijen’. We lezen dat Jacob de Grijs een koekebakkerij in het Noordeind (Noorderhoofdstraat) heeft. Jacob de Grijs koopt op 29 april 1747 een huis en erf gelegen in de Kerkbuurt (nu Zuiderhoofdstraat) van Gerrit Harmsen, die hier een huishoudwinkel had, voor 865 gulden en verplaatst zijn bakkerij hierheen. Hij is in dit pand dus een voorganger van banketbakker Halbesma. Na de verhuizing moet Jacob de Grijs de oven van zijn bakkerij in het Noordend onklaar maken.
Zo vestigde Jacob de Grijs zich in de Zuiderhoofdstraat.
Om zich te onderscheiden hingen winkeliers en ambachtslieden aan de gevel van hun pand soms een uithangbord met daarop afgebeld het symbool van hun beroep. Denkt u maar aan de gaper van een drogist of de kapperspaal. In het boek ‘Uithangtekens’ uit 1868 staat vermeld dat broodbakkers wel een bord uithingen met de tekst ‘Het gezegende Brood’ en dat een koekenbakker kiest voor een olifant op zijn uithangbord. Dat was soms ‘De Vergulde Olifant’ en vaker ‘De’Witte Olifant’. Waarschijnlijk was in die tijd de olifant het symbool van de vele specerijen uit het Oosten. Jacob de Grijs echter verkoos kennelijk zijn naam in het bord van zijn bakkerij te verwerken en sierde het op met ‘De Grijze Olifant’.
In 1791 werd dit woonwinkelhuis met de naam ‘De Grijze Olifant’ gekocht door Hendrik Kuijper voor fl. 6.440 (transportakte van 7-7-1791). Op 5-9-1805 kwam Hendrik Kuijper ook in het bezit van het winkelhuis, erf en pakhuis ten noorden naast zijn koekenbakkerij. Het pakhuis betrok hij bij zijn bakkerij en gaf hij dat ook de naam ‘De Grijze Olifant’. In die tijd ging het vervoer van goederen hoofdzakelijk via het water per schip, veel pakhuizen liggen om die reden aan het water. Om de voor de schippers veel op elkaar lijkende pakhuizen uit elkaar te houden kregen veel pakhuizen een naambord aan de kant van het water. Zo zal het naambord van ‘De Grijze Olifant’ oorspronkelijk aan de westkant aan de Durgsloot gehangen hebben.
In de vorige eeuw werd het pakhuis staande op het werf achter hun winkelhuis door enkele generaties Groot, die een kruidenierszaak dreven, gebruikt voor opslag van kruidenierswaren, die in balen werden aangevoerd als suiker, rijst, peulvruchten, pinda’s. bonen, kippenvoer. Thee arriveerde in kisten. Alles werd in het pakhuis weer in kleinere hoeveelheden omgepakt voor gebruik in de winkel. Op de zolderverdieping lagen kazen te rijpen op een stelling.
Het pakhuis is vermoedelijk gebouwd in het eerste kwart van de 18e eeuw. Het snijraam met ‘De Grijze Olifant’ dat vroeger de koekenbakkerij sierde is bij de brand in 1936 behouden gebleven en is te zien in het Zaans Museum.
(Bron: Jelle van der Weide, Kroniek nr. 58)