Noordervaartdijk 10
1561 PT Krommenie
Fabriekscomplex, Gemeentelijk Monument.
Door de invoering van verpakking in blikken bussen ontstond er in de Zaanstreek behoefte aan blikproductie. In 1888 begon Cornelis Woud in Zaandijk een blikbedrijfje, gesteund door zijn vader. Cornelis ging in 1889 samenwerken met Jacob Schaap. Zo ontstond de Zaanlandsche Blikfabriek Woud & Schaap, die zich aanvankelijk vestigde aan het Padlaan in Krommenie. Men maakte blikken bussen voor verf, sigaren, boter, cacao, olie, beschuit enz., met bedrukte papieren wikkels of in de deksels gestempelde tekst. In 1896 werkten er 50 man personeel.
Het langgerekte tweelaagse pand Noordervaartdijk 10 werd in 1897 gebouwd voor Verwer’s Vernis en Stoommetaal Drukkerij, als uitbreiding van diens fabriek aansluitend op een vroegere weverij. Met deze uitbreiding maakte Krommenie naam door de belangrijke blikindustrie. Zowel bij Verwer als bij Woud & Schaap kwam het accent te liggen op het decoreren van blik, waardoor er een pittige concurrentie ontstond. De dalende conjunctuur in 1912 en de zware financiële lasten van beide blikfabrieken leidde tot fusieplannen en resulteerden in dat jaar tot de oprichting van NV De Verenigde Blikfabrieken. Het hoofdkantoor kwam in Amsterdam, maar het gebouw Noordervaartdijk 10 werd het productiecentrum van (kortweg) Verblifa. Als gevolg van de Eerste en Tweede Wereldoorlog, alsook de crisis in de jaren ’30 van de 20ste eeuw kwam de industrie in zwaar weer. Als gevolg van concurrentie en verzadiging van de blikmarkt in de jaren 1960 werd de onderneming uiteindelijk gestaakt in 1969. Vanaf 1970 is het fabriekspand in gebruik als enveloppenfabriek van de firma Vlaar. Na het faillissement van dit bedrijf in 2018 staat het pand leeg.
De bouwmassa van het fabriekscomplex is samengesteld en gefaseerd tot stand gekomen. Verschillende bouwdelen zijn in de loop van de 20ste eeuw vernieuwd. Echter, het oorspronkelijke pand uit 1897 met historische uitbreiding langs de Noordervaartdijk is behouden gebleven.
Op het terrein staan in de naaste omgeving van de voormalige blikfabriek enkele historische opstallen uit diverse perioden. Het betreft een stenen gebouw met zadeldak en houten topgevel dat op enig moment in gebruik is geweest als klein theater, een dienstwoning en een fietsenstalling. In de fietsenstalling zijn enkele kleurige tekeningen op de muur aangebracht. Hoewel deze onderdelen noemenswaardig zijn, wordt de cultuurhistorische waarde in relatie tot de ontwikkeling van de voormalige blikfabriek als gering beoordeeld. Om die reden worden ze hier buiten beschouwing gelaten en vormen de opstallen geen onderdeel van de bescherming.
Het fabrieksgebouw staat vrij in de zeer onregelmatige bebouwing aan de westzijde van de Noordervaartdijk langs de Nauernasche Vaart. Het is een zeer langgerekt pand van twee bouwlagen met een nagenoeg plat dak, dat in oost-westelijke richting op het perceel staat, waardoor feitelijk de zijgevel op de Noordervaartdijk is georiënteerd. Oorspronkelijk werd het pand aan de oost- en zuidzijde omzoomd door sloten. De travee aan de zijde van de Noordervaart is een uitbreiding die vermoedelijk vlak na de bouw heeft plaatsgevonden. De bouwstijl is een voorbeeld van traditionele baksteenarchitectuur in eclectische trant. Het is op een rechthoekige plattegrond opgetrokken in kruisverband met bruinrode machinale Waalformaat bakstenen. De draagconstructie is uitgevoerd met een ijzeren skelet. De gevels zijn geleed door lisenen met een natuurstenen bekroning die strekken tot boven de gevellijst. De bakstenen gevel wordt afgesloten door een ezelsrug. De gevel is gedecoreerd met speklagen van gele bakstenen en elementen in de lisenen en hanenkammen boven de gevelsparingen.
De oostelijke rechter zijgevel aan de Noordervaartdijk is zes traveeën breed met in elke travee op de begane grond en de eerste etage een groot dichtgezet venster. De langgerekte zuidelijke voorgevel wordt eveneens geleed door lisenen en heeft op twee plaatsen een kleine topgevel als verbijzondering. Ongeveer in het midden bevindt zich een topgevel met een nieuwe pui op de begane grond en in de top een rond raam onder een op kraagstenen geplaatste boog. In deze gevel is een natuurstenen element ingemetseld met het jaartal 1897.
Aan weerszijden van het ronde raam is een klein venster geplaatst. Rechts van dit gedeelte bevinden zich negen identieke traveeën met in elke travee op de begane grond één en op de etage twee vensters.
Links van de topgevel bevinden zich zeven smallere traveeën waarvan de middelste ook is voorzien van een kleine topgevel met op de begane grond een nieuwe dubbele houten boogdeur onder een cementstenen boog. De overige traveeën hebben op de begane grond en de etage twee kleine vensters.
Het interieur van het gebouw is gewijzigd en opnieuw ingericht waarbij het verbonden is met de uitbreidingen aan de achterzijde. Het gebouw heeft alleen in de eerste traveeën vanaf de vaart nog het oorspronkelijke skelet met ijzeren kolommen, U-stukken en I-profiel onderslagbalken en houten vloerbalken. Dit oorspronkelijke skelet is niet meer volledig.
Bronvermelding:
Gemeente Archief Zaanstad
Historisch Genootschap Crommenie