Doopsgezinde Vermaning
Noorderhoofdstraat 46
1561 AV Krommenie
Rijksmonument nummer: 39956
Zo op het eerste gezicht is de Vermaning aan de buitenkant niet direct als kerk herkenbaar maar eerder als pakhuis. Historisch gezien is dat correct omdat doopsgezinden van de overheid geen kerken mochten bouwen die van de weg af herkenbaar waren.
Sinds 1530 moeten er aanhangers van de leer der wederdopers geweest zijn in Krommenie. In 1534 werden er 69 mensen verdacht aanhangers te zijn van de nieuwe leer. In 1543 werden er 10 martelaren terechtgesteld in Krommeniedijk (Uit de Martelaarsspiegel van T.J. van Braght).
De Vermaning is gebouwd door meester-timmerman Claes Gerritz Onderwater ter vervanging van een ouder “Vermaanhuys” dat in 1702 door brand verloren was gegaan. Door de primitieve blusmiddelen kon de uitslaande brand, ontstaan door hooibroei bij een van de boerderijen op de Herenweg (nu Noorderhoofdstraat), niet bedwongen worden. Bij de ingang hangen nog de originele blusemmertjes. Het resultaat van de brand: 67 verbrande huizen en 106 getroffen gezinnen. Ook de Doopsgezinde kerk aan de Westkant van het Noordeinde en twee woonhuizen van Doopsgezinde leraren gingen in vlammen op. Waarschijnlijk is ook het archief vernietigd want het oudste archiefstuk dateert van 1702. Met hulp van omringende Doopsgezinden Gemeenten kon het nieuwe gebouw op 17 mei 1703 worden ingewijd zodat de Gemeente weer jaren vooruit kon.
In 1781 werd de Vermaning binnen geschilderd voor fl. 101,-, 12 stuivers en 12 penningen tegen een dagloon van 26 stuivers. Vijf jaar later was voor ruim fl. 165,- aan de Vermaning vertimmerd en geschilderd. Een kleine 90 jaar na de bouw, in 1788 zagen de opzieners in dat het verval met telkens kleine reparaties niet was tegen te houden. Er moest groot onderhoud worden gepleegd. De daarop volgende restauratie duurde 4,5 maanden en werd door 16 timmerlieden uitgevoerd.
De Vermaning ging in vrij goede conditie de 19e eeuw in. Omdat een kerk nu eenmaal jaarlijks onderhoud vergt werden er wederom herstelwerkzaamheden verricht tussen 1821 – 1823. In december 1853 echter bleek het meeste werk lapwerk, het gebouw stond er troosteloos bij. De financiële positie bleef een zorgenkind, wellicht werd daarom besloten in 1861 een erf op het Vermaningspad te verkopen en de ruimte onder de kerk te verhuren voor fl. 2,50 per jaar.
Het eerste orgel arriveerde in 1827 in de Vermaning dat drie jaar later werd voorzien van een Teves front (dat nu nog steeds aanwezig is). Het orgel werd eind jaren ’70 vervangen en klinkt prachtig dankzij het akoestisch fraaie gebouw met hoog plafond.
In 1905 schaftte men de eerste kachels aan, na 200 koude winters de voeten een beetje verwarmd te hebben op de stoofjes met kooltjes. Dit is ook een van de redenen van het zand op de vloer, dat doofde de vonkjes direct.
Het is 1931 als de Vermaning op de Rijksmonumenten lijst werd geplaatst.
In 1953 bestond de kerk 250 jaar, de succesvolle jubileummarkt werd de aanzet tot de restauratie de volgende 10 jaar. De opbrengst van de markt was dusdanig dat met overheidssubsidie een algemene restauratie gestart werd op 7 december 1959. Helaas bleken er flinke verborgen gebreken, een extra kostenpost voor herstel van het fundament bedroeg fl. 24.000,-. De voltooiing van de restauratie vond plaats op 20 juli 1963 en kostte bijna fl. 90.000,- .
De smuiger (tegelschouw) in de consistoriekamer, die ook in oude luister is hersteld, was afkomstig uit de boerderij van de familie Koel, Zuideinde, Wormerveer.
Krommenieër Kronieken 8, 30 en 31 wijden artikelen aan deze vermaning en zijn in te zien bij het HGC.
Voor meer informatie over activiteiten, bezichtiging, evenementen, bereikbaarheid en openingstijden etc. kunt u contact opnemen met:
Doopsgezinde Vermaning
Noorderhoofdstraat 46
1561 AV Krommenie