De vuilnisbelt van Krommenie
door Cor Tuijn
Vraag iemand die al lange tijd in de buurt van de voormalige vuilnisbelt woont, of iemand die daar vroeger gewoond heeft, wat hij of zij zich daarvan herinnert, en het antwoord is ongetwijfeld: de rook. Inderdaad: de belt stond vrij vaak in brand, en als de wind ongunstig was, dan was dat heel vervelend.
Nou zit de wind in Nederland meestal zo ongeveer in het zuidwesten, en aan de noordkant woonde ik zelf. Ik kan er dus over mee praten. Die belt is nu bedekt met een dikke laag aarde en ingezaaid met graszaad, er zijn boompjes geplant en het moet een parkachtig terrein worden. Er zijn zelfs al speeltoestellen voor de jongere jeugd geplaatst.
Ik wandel er al met veel plezier langs.
Vroeger kwam ik er ook wel eens. Als jongetje wil je die belt natuurlijk verkennen. Meestal ging ik er met een vriendje heen. We verbaasden ons over wat er allemaal lag. Aan de kant van de dijk was een groot reservoir waarin. de privaattonnetjes van Krommenie werden geleegd (voor de jongere lezers: vroeger hadden veel toiletten geen waterspoeling, maar stond er, onder een plank met een gat erin, een tonnetje om alles op te vangen. Om de zoveel tijd werd het tonnetje vervangen door een leeg exemplaar. De volle tonnetjes werden door de gemeentelijke reinigingsdienst opgehaald). Dan kwam er een heel stuk terrein waar nog niet veel lag; alleen aan de slootkant lag fabrieksafval, dat er heel ongezond uitzag. Verderop, naar het Westen, was de eigenlijke stortplaats en daar kwamen de vuilniswagens hun lading lossen. We zorgden wel dat we niet gezien werden. We waren ons er van bewust dat het gevaarlijk terrein was: de vuilnis kon gaan broeien en smeulen, waardoor soms verzakkingen optraden. En op zo’n plek moest je dus niet komen.
Vanaf de dijk was de belt alleen via een loopplank bereikbaar, maar die lag er alleen bij bepaalde werkzaamheden, zoals het leegpompen van het compostreservoir in een grote boot in de vaart. Bij de Uitweg was de toegangsweg tot de belt afgesloten met een groot hek. Oorspronkelijk liep het slootje aan de Oostelijke kant van de Uitweg er nog voor langs. Dat slootje is al lang geleden, op die plaats en verder naar het Noorden, bij de huizen, gedempt. In de vijftiger jaren was er al een brug waarover de vuilnisauto’s vanaf de Uitweg naar de stortplaats reden. Langs het pad van de Uitweg naar die brug stond het gashokje. Daar konden mensen die hun hond of kat kwijt wilden, hun huisdier laten vergassen. De goeie ouwe tijd! Enfin, het was beter dan met een steen in een juten zak in de sloot gooien.
Wanneer zou de vuilnisbelt in gebruik zijn genomen?
Het was eigenlijk een eiland, dat op een gegeven ogenblik met een brug vanaf de Uitweg toegankelijk werd. Vóór die tijd werd de vuilnis ongetwijfeld met een praam aangevoerd. Zo gingen de tonnetjes ook. Nog in 1950 werden er privaattonnetjes opgehaald; dat kostte toen f 10,- per jaar. In 1955 besloot de Gemeenteraad om het tonnengeld tot f 50,- te verhogen om de aanleg van waterclosets te stimuleren. En in 1960 wilde de begrotingscommissie dat de laatste privaattonnen werden opgeruimd. Er waren er nog achtentwintig. B & W hoopten in 1961 deze onhygiënische voorwerpen te doen verdwijnen.
In 1907 is dit eiland door de gemeente Krommenie aangekocht. Het was een stuk weiland. Toen is ook meteen het reservoir voor de tonnetjes gemaakt met daarnaast een gebouwtje voor gereedschappen. Officieel heette het een compostloods; later werd er gesproken over een faecaliënput. Over de inrichting ervan schreef het gemeentebestuur in 1907 bij het verzoek om een vergunning bij de provincie:
Zij zal bestaan uit een loods, waarin vuilnis en faecaliën zullen worden verzameld en verwerkt tot compost. Voor de compostbereiding wordt in een loods een gemetselde bak gemaakt ter diepte van ± 1 meter met bodem van kleilaag ter dikte van ± 0.30 meter. Afvoer van ier enz. kan niet plaats hebben. Een gedeelte van de loods wordt ingericht tot bergplaats van materiaal.
(N.B. Het woord ier is Zaans voor gier, meestal in de betekenis van mestvocht.)
Het reservoir, dat met houten luiken was afgedekt, heeft in de oorlog nog dienst gedaan als schuilplaats: bij razzia’s verborgen zich daar mensen. Ze werden door Gerrit Neele met een bootje naar de belt gebracht. Er waren balken waarop ze konden staan en uiteraard is er ook wel eens iemand van zo’n balk af gevallen. Later in de oorlog zijn de luiken boven het reservoir in een kachel verdwenen. De loopplanken naar de dijk vermoedelijk ook.
In de oorlog gingen veel mensen naar de belt om uit het fabrieksafval en dan vooral de asresten de niet- of halfverbrande stukjes steenkool te zoeken. Ze voeren soms met roeibootjes vol naar huis. Eenmaal had de loodgieter C.C. de Roos, die in de Vlusch woonde zijn boot té zwaar beladen en ging hij naar de bodem. Later op een ontspanningsavond voor de buurt kwam hij met zwemvliezen op, als herinnering hieraan.
De houten brug opgestookt
Al voor de Tweede Wereldoorlog is er een houten brug met een vlonder gekomen, waarover de vuilnis eerst met paard en wagen, en later met een vrachtauto naar de belt werd gebracht. De laadbak van de auto was afgedekt met opklapluiken, zodat de vuilnis van opzij in de bak gestort kon worden. De brug is in de oorlog ook in een kachel opgestookt. Toen was de belt dus niet meer bereikbaar voor de auto en werd de vuilnis op het Blok, naast de ingang van het KVV-terrein gestort. Hoe lang dit geduurd heeft, valt niet na te gaan, maar toen ik zelf voetbalde, zo rond 1955 was die stortplaats er nog. Ook is er een tijdje op een weilandje langs de Snuiversloot ter hoogte van de Concertzaal vuilnis gestort. Intussen is er weer een houten brug gemaakt. Zo omstreeks 1955 werd er een nieuwe vuilniswagen in gebruik genomen. Die had een zogenaamde roltrommel, dat wil zeggen dat de trommel van tijd tot tijd op zijn kop werd gezet om de vuilnis naar voren te transporteren. De aankoop hiervan was een hele gebeurtenis en hij werd dan ook door de directeur gemeentewerken, de heer Vercouteren persoonlijk, met als chauffeur Klaas Wouda, opgehaald uit Weesp en vol trots voorgereden bij het gemeentehuis. Omdat deze wagen veel zwaarder was dan de voorgaande, moest de houten brug door een betonnen brug worden vervangen. Deze is gebouwd door de Krommeniedijker aannemer Bot. Inmiddels is deze brug weer vervangen door een bescheidener exemplaar, omdat alleen fietsers en voetgangers er nog over mogen.
Veel last voor de omwonenden
De vuilnisbelt gaf velerlei last voor de omwonenden: ratten, vliegen, stank; in 1947, met een heel warme zomer, is er zelfs een sprinkhanenplaag geweest. Dat dit niet geheel onbekend was, bewijst de correspondentie tussen de gemeente en de provincie die geregeld de vuilnisbelten liet inspecteren. De vuilnisbelt voldeed namelijk niet aan alle eisen die de provincie stelde. Het zal dan ook met vreugde zijn geweest dat er plannen kwamen om de vuilnis naar Drente te transporteren, waar de V.A.M. de vuilnis zou verwerken. Daarvoor moest in samenwerking met een paar andere Zaangemeenten een overlaadstation komen bij het station Krommenie-Assendelft. De stationsbuurt kwam meteen in actie en protesteerde heftig. Uiteindelijk ging dit plan niet door, waarna de heer Vercouteren een brief op poten schreef naar B en W, waarin hij voorzieningen eiste. Hij beklaagde zich, dat … jarenlang met kunst en vliegwerk de belt in stand is gehouden, met onverantwoorde risico’s in de verwachting dat er een overlaadstation zou komen. Ook de brandweer was bepaald niet gelukkig met de beslissing, want die kon al die vervelende branden blussen. Het was niet alleen riskant, maar ook smerig werk en de brandslangen moesten over grote afstanden worden uitgerold, waarna het schoonmaken achteraf veel werk gaf. Daarom had de brandweer al een paar keer gevraagd om zogenaamde droge leidingen, wat inhield dat er ondergronds buizen kwamen met palen waarop de slangen konden worden aangesloten. Telkens had de gemeente dit verzoek afgewezen omdat het te duur zou zijn. Toen dan ook het plan met het overlaadstation niet doorging, schreef de secretaris van de brandweer, de heer Piet Hille: “Nu het er naar uitziet dat de plannen voor spoedige opruiming van de vuilnisbelt in rook zijn opgegaan, vrezen wij dat ook het huisvuil nog menigmaal hetzelfde lot zal ondergaan. Dit houdt in dat wij de gemeentelijke vuilnisbelt nog wel enige tijd als klant zullen mogen behouden.” Waarna hij nogmaals om droge leidingen vroeg. B en W wilden niet meteen beslissen en hielden het voorstel aan. Hoe het afgelopen is, weet ik niet, maar in 1974 werd Zaanstad gevormd en ging het Krommeniese huisvuil naar de Zaandamse vuilverbranding, totdat die in Alkmaar het verbranden overnam.
Motortrials
De vuilnisbelt is toen afgedekt en er zijn zelfs, vanaf ongeveer 1980, wedstrijden voor motoren met zijspan, zogenaamde motortrials gehouden, waaraan ook diverse Krommenieërs deelnamen. Bij deze wedstrijden gaat het om behendigheid, niet om wie de snelste is. Er was toen een Noord-Hollandse motortrialvereniging, die hiervoor officieel toestemming had van de gemeente. Deze trials werden maandelijks gehouden, en er is ook wel eens een wedstrijd om het Nederlandse kampioenschap geweest. Op de belt groeiden inmiddels vele struiken en bomen en er verbleven heel veel vogels. Omstreeks 1995, toen de belt gesaneerd moest worden voor het nieuwe plan Willis, moest de vereniging stoppen met zijn activiteiten op de belt.
Ook is een keer daar het huttendorp gebouwd. Dit is een activiteit van het buurthuis voor de jongere jeugd tijdens de zomervakantie. Als de hutten klaar waren, werden ze in brand gestoken, onder het toeziend oog van de brandweer uiteraard. Het bouwen gebeurt nog steeds, maar in brand steken mag tegenwoordig niet meer.
Er is echter ook nog een asbestaffaire geweest. De Linoleumfabriek had in voorafgaande jaren vele rollen afgekeurde novilon vloerbedekking op de belt gebracht. Het bleek dat hier asbest in zat.
Al in 1979 is er een plan Willis gemaakt, waarbij naast 500 woningen, aan de Noordelijke kant een jachthaven zou komen en aan de Zuidkant een rioolzuiveringsinstallatie. De vuilnisbelt kreeg toen al de bestemming groenzone. Citaat uit het plan: “De belt, voorzover het ’t stortgedeelte voor huisvuil en industrieel afval betreft, smeult nog steeds en staat zelfs regelmatig in brand. Bebouwing van dit gedeelte is dan ook door de Dienst Reiniging, Milieuhygiëne en Centraalvervoer van de gemeente sterk afgeraden. Kostenoverwegingen staan eveneens bebouwing in de weg: in casu zouden cunetten, betonnen heipalen en dergelijke toegepast moeten worden. Er is derhalve, gezien de ligging van de belt en zijn huidige begroeiing besloten dit gedeelte te bestemmen tot ‘openbaar groen’, waarop recreatieve groenvoorzieningen kunnen worden aangelegd.”
Het plan ging niet door en omstreeks 1994 is een nieuw plan aangenomen. Uiteindelijk is Willis ook heel anders geworden, maar het terrein van de vuilnisbelt heeft die bestemming gehouden.
Bronnen:
Gemeentelijk Archief Zaanstad
Vele privé gesprekken
Diverse foto’s (met toestemming) van het Noord-Hollands Dagblad
Dit artikel is verschenen in Kroniek 34, 2004.